Toonladders studeren les 2

In les 1 heb je alle 12 majeur toonladders uit het hoofd leren spelen. Nu is het tijd om het tempo op te voeren en een stapje dichter bij de toepassingen te komen. We gaan de toonladders in tertsen spelen. Je vindt deze tertsen toonladders in talloze improvisaties en ook in liedjes.  In de tweede zin van dit liedje bijvoorbeeld.

 

In de toonsoort F krijg je dan deze ladder.

f608e

 Het tempo van de kwartnoot is nog steeds 60 maar je speelt nu 8e noten. Dubbel zo snel als in les 1 dus.  Gebonden en in gelijke achtstes.  Snoep halverwege een stuk af van de kwartnoot voor een ademhaling.

Speel deze oefening door alle 12 toonsoorten. Je kunt de volgorde van de kwartencirkel gebruiken of steeds een halve toon hoger of lager beginnen.  Dit is nog steeds een laag tempo dus streef naar perfecte noot overgangen. Precisie is het sleutelwoord. Gebruik je metronoom en raak die tikken !

Als je zonder aarzelingen of fouten door alle 12 toonsoorten kunt spelen kun je nu opnieuw  het tempo verdubbelen. We houden de tik van de metronoom op 60 maar tellen dat nu af als 2e en 4 e tel van de maat. Het tempo van de kwartnoot is dus nu 120. Op dat tempo redt je het wel  om op 1 ademhaling deze hele lijn te spelen.

f120

En dan nu ook met articulatie; de metronoom op 2 en 4 en een lichte tong aanzet op de afterbeat:f120art

zo dus ;


Ik speel de ladder eerst in gelijke achtsten, daarna in swing  ( triolen ) feel.

Door deze aanzetten op de afterbeat krijg je net even wat meer nadruk op het zwakke deel van de tel. Let we,  dit is een oefening in articulatie, wat wil zeggen dat je niet altijd deze articulatie hoeft te gebruiken. Sommige saxofonisten articuleren niet of nauwelijks , anderen articuleren bijna iedere noot.  Een en ander is dan ook nog afhankelijk van de stijl waarin je speelt, het tempo en de feel van de muziek.  Er is dus geen standaard manier van articuleren maar het loont wel de moeite om articulaties te oefenen zodat je ze kunt toepassen als de muziek er om vraagt. En als je in een bigband speelt hoor je te luisteren naar de articulatie (en time)  van de lead alt en die over te nemen.

Baritonsaxofonist Dennis di Blasio heeft er een goed verhaal over. De mogelijkheden zijn legio….luister naar je favoriete saxofonisten.

Je kunt ook een drum track gebruiken om het wat leuker te maken. Er staan er een aantal op deze site in deze les:  De metronoom of drumloops gebruiken.  En deze studie CD  is ook zeer de moeite waard: http://www.cdbaby.com/cd/mattotto3 . Track 1 neemt je meteen mee door alle 12 toonsoorten maar blijft lang genoeg in elke toonsoort om te experimenteren met deze toonladder in tertsen.  Een paar ideeën om mee te spelen:

  • Begin eens niet op de eerste tel maar op een andere plaats in de maat.
  • Begin eens op een willekeurige plaats in de toonladder
  • Begin eens op een afterbeat.
  • Speel met het ritme.  wissel korte noten af met langere notenwaardes.
  • Speel de lijn over meer dan 1 octaaf.
  • Speel de tertsen toonladder eens geheel of gedeeltelijk in triolen.
  •  Speel de tertsen toonladder in combinatie met de gewone toonladder.
  • Speel eens bewust “lui”, een beetje achter in de tel.
  • Wissel swing af met rechte achtstes. Of ga daar een beetje tussen in zitten voor wat betreft de onderverdeling van de achtste noten.
  • Luister naar je favoriete saxofonisten en imiteer diens articulatie, ritmiek en toon  zoals Dennis di Blasio beschreef in de video hierboven.  Denk  een tijdje “Getz !” , “Dexter! “,  Mobley !”. ” Rollins !”.

 

In de onderstaande video speel ik een stukje mee met de CD van Matt Otto; dan kun je horen hoe dat werkt. Met natuurlijk de nadruk op de tertsen toonladder.

In de volgende les gaan we kijken wat je zo al aan akkoorden /3 klanken aantreft binnen de majeur toonladder.  Maar ga eerst zorgen dat je deze tertsen toonladder in alle 12 toonsoorten kunt spelen.

Vind je deze lessen waardevol ? Aarzel dan niet een donatie te doen, je helpt mij er mee om deze site in stand te houden en tijd vrij te maken voor het maken van nieuw materiaal.